Het thema van de zomer van 2016 was toch wel overtroffen worden. Het was me inmiddels wel duidelijk dat je door de ogen van kinderen het bekende met een frisse blik bekijkt. Wat nieuw was dat ze me soms gaandeweg voorbij streefden of zelfs ruim overtroffen.
Waarbij ik mezelf dan weer overtrof als menselijk vangnet zijnde. Het zal zoiets als moederinstinct zijn. Voorbeeld. Vanaf 7 jaar mag je canyonen. Ted is 7 geworden, dus het werd hoog tijd vonden de heren. “Canyoning een sport waarbij men de loop van een rivier door een kloof volgt.” Leuk toch, lekker buiten in de natuur? “Canyoning is dus vooral een sport die in de bergen wordt beoefend.” Wel logisch. “Om de rivier te volgen is het daarbij nodig te wandelen, af te klimmen, te springen, te zwemmen en te abseilen.” Alarmbellen! En het ermee eindigt dat ik me maar als eerste van een waterval stortte, afhankelijk van de hoogte al dan niet gezekerd aan een abseiltouw, want dan valt er beneden nog wat te vangen, mocht een van de jongens sneller naar beneden komen dan een ieder van plan was.
Daarnaast zijn er dingen waarbij ik de boot al gemist had. Waar ik na een uurtje proberen te golfsurfen bont en blauw en uitgeput was, van alle keren dat ik van de plank viel. Hoewel je het niet echt vallen kunt noemen, als het je al niet eens lukt erop te gaan staan. Werd ik tijdens al mijn pogingen steeds voorbij gesurft door mijn zonen, volledig in stijl met coole blik.
Ted, die na een jaartje oefenen met handgas op de quad op het kinderbaantje van de Zwarte Cross, tijd vond voor de overstap naar de crossmotor. Nadat hij volledig was ingepakt met alle mogelijke bescherming, werd hij op een motor gehesen, kreeg een duw en een ronde lang een begeleider die hijgend achter hem aan holde met het advies het gas erop te houden en… Ted kon motorrijden. Ik kan niet motorrijden! Ik wil ook helemaal niet motorrijden!
En dan wordt het wachten, wachten op de eerste: “Jongens, wacht nou even, niet zo snel”.